Inregelen bestaande verlichting – Stap 1: quick wins
De huidige verlichting inregelen is een maatregel met een beperkte investering, maar waar u veel kosten mee kunt besparen.
Een lichtregeling en/of een schakelsysteem bespaart energie en verlengt de levensduur van de lichtbron. Op gezette tijdstippen de verlichting uitschakelen of werken met timers en sensoren zorgt ervoor dat verlichting niet onnodig brandt.
Verlichtingszones
Verdeel het pand op in zones met verschillend gebruik om de verlichting in ongebruikte ruimtes uit te kunnen schakelen. Voor daglichtregeling is het belangrijk als de verlichting bij ramen of daklichten ook in zones is opgedeeld. Schakel de lampen dichtbij het raam of het daklicht uit als het daglicht toeneemt (zie daglichtafhankelijke regeling)
Daglichtafhankelijke regeling
Stem met de daglichtafhankelijke regeling de hoeveelheid kunstlicht af op het binnenkomende daglicht en de lichtbehoefte. Dit kan met een regeling die de verlichting in- en uitschakelt of met een regeling die de hoeveelheid verlichting traploos regelt (bijvoorbeeld via dimmers of voorschakelapparatuur).
Aanwezigheidsdetectie
Plaats aanwezigheidsdetectie of bewegingsmelders in ruimten die niet continu gebruikt worden, zoals sanitair, vergaderruimtes, parkeergarage en sommige kantoren. Sensoren stellen vast of er iemand in de ruimte aanwezig is. Is dat niet het geval dan schakelt de verlichting na een bepaalde tijd automatisch uit of de verlichting wordt tot een minimaal niveau beperkt, zodat de ruimte niet geheel donker is.
Verlichting aansluiten op tijdschakelaar
Gebruik een tijdschakelklok om de verlichting in- en uit te schakelen op vastgestelde tijden, zoals de bedrijfstijden. Of koppel de klok aan een licht-donker schakelaar voor bijvoorbeeld de buitenverlichting.